ik k - in e
- ik kan (toch) moeilijk wegblijven
- ik kan al deze ontwikkelingen niet bijbenen
- ik kan alles van hem gedaan krijgen
- ik kan daar niets mee (doen)
- ik kan daar niets tegen in brengen
- ik kan dat boek wel dromen
- ik kan dat mens niet uitstaan
- ik kan dat niet bekostigen
- ik kan dat niet voetstoots aanvaarden
- ik kan de man die ik zoek herkennen
- ik kan de tweeling niet uit elkaar houden
- ik kan die ellendige sommen niet maken
- ik kan die opmerking niet ongemerkt laten voorbijgaan
- ik kan die pil niet doorslikken
- ik kan die plaats wel uittekenen
- ik kan die vent niet pruimen
- ik kan dit niet tegenover mijzelf verantwoorden
- ik kan dus op je rekenen?
- ik kan er geen touw aan vastknopen
- ik kan er met mijn pet niet bij
- ik kan er mijn kosten niet uit halen
- ik kan er niet in/uit
- ik kan er niet meer tegenop
- ik kan er niet over uit
- ik kan er niet wijs uit worden
- ik kan er niet/moeilijk buiten
- ik kan er niets uit opmaken
- ik kan geen hoogte van hem krijgen
- ik kan geen koffiedik kijken
- ik kan geen pottenkijkers gebruiken
- ik kan geen twee dingen tegelijk doen
- ik kan godsonmogelijk zo vroeg klaar zijn
- ik kan haar niet ontvangen
- ik kan hem ergens toch wel waarderen
- ik kan hem missen als kiespijn
- ik kan hem niet genoeg prijzen
- ik kan hen niet uiteenhouden
- ik kan het alleen wel rooien
- ik kan het geld niet zonder meer op tafel leggen
- ik kan het maar half geloven
